Praktijkvoorbeeld

Ervaring met het instrument ‘Breng in beeld’ bij Stichting Zorgcentra Rivierenland (Tiel).
Stichting Zorgcentra Rivierenland heeft als start voor het ontwikkelen van het projectplan Cliënt in Beweging een werksessie op al hun vijf locaties en per afdeling georganiseerd.

Vanuit deze eerste sessie is als prioriteit het inventariseren van aanbod + wensen & behoeften bij de cliënt naar voren gekomen. Met als resultaat dat per afdeling een beginsituatie werd vastgelegd en per afdeling de wensen en behoeften in kaart werden gebracht. Ook werden enkele extra vragen gesteld om een beeld te schetsen welke rol vrijwilligers hebben in het stimuleren van bewegen.

Hieronder het verslag van de eerste brainstormsessie met de werkgroep Bewegen. De beginsituatie is op basis van de IGZ Bouwstenen in beeld gebracht.

 

Verslag brainstormsessie: Breng in Beeld
Aanwezig:

  • Leden van de werkgroep ‘Bewegen’,
  • Toine van de Wert en Jolanda de Zeeuw van Kenniscentrum Sport & Bewegen.

Datum: 15-01-2014

Onderwerp: resultaten brainstormsessie ‘Bewegen’.

In de projectnota ‘dementiezorg, onze zorg’ staat ook een hoofdstuk ‘Bewegen’ opgenomen. Om bewegingsgerichte zorg binnen de SZR te ontwikkelen wordt op korte termijn een werkgroep geïnstalleerd. Op 17 januari is de werkgroep alvast bijeen geweest in aanwezigheid van Toine van de Wert en Jolanda de Zeeuw van Kenniscentrum Sport & Bewegen.

In deze bijeenkomst is aandacht besteedt aan de volgende vragen:

  1. Wat doe je nu? (ordening volgens de bouwstenen van IGZ)
  2. Wat wil je? (beleid, randvoorwaarden en activiteiten)
  3. Wat is nodig om van de huidige- naar de gewenste situatie te komen? (cliënt/familie, medewerker, organisatie, financiën, activiteiten)

De leden van de werkgroep hebben met post-its hun ideeën en meningen gegeven: zie onder
het kopje ‘uitkomsten’.

Uitkomsten.
Opmerking: wanneer hetzelfde antwoord meerdere keren is gegeven is dit 1 keer opgenomen.

Vraag 1: Wat doe je nu?

1. Beleid
Er wordt te weinig bewogen door cliënten om aan de beweegnorm te voldoen
In kader van ontwikkeling naar kleinschalige zorgverlening de cliënten laten participeren
bijvoorbeeld bij huishoudelijke taken.

2. Cliënten betrekken
Cliënten betrekken bij de dagelijkse bezigheden in de huiskamer
Familie betrekken om activiteiten te ondernemen met de cliënt

3. Structuur voor beweegstimulering
Fysiotherapie vindt plaats op indicatie van de arts.
Preventieve beweeggroep is opgezet voor de eerste lijn (Fysiofit)

4. Scholing en voorlichting
Uitleg aan team verzorgenden over het belang om de cliënt, zoveel als mogelijk,
activiteiten (ADL/uitstapjes, huishoudelijke taken) zelf te laten doen.
Uitleg aan het team over het belang van lichamelijke activiteit en inspanning/rust op het
probleemgedrag.
Overdragen van het functioneel bewegen + de denkwijze aan de zorg/ scholen.

5. Zorgleefplan

6. Mogelijkheden voor beweegstimulering
Cliënten behandelen zonder behandelindicatie als fysio om te bewegen
Stimuleren afdelingen over bijvoorbeeld aanschaf Motomed.
Vanuit de centrale activiteitenbegeleiding
• Volksdansen
• Koersbal
• Sjoelen
• Wandelgroep
PDL: samen bewegen
Huishoudelijke activiteiten uitvoeren met cliënten
Stimuleren van bewegen tijdens de ADL
Met cliënten naar de therapieruimte gaan.
Meer Bewegen voor Ouderen
Buiten wandelen (boodschap doen)
Fietsen op de hometrainer
Met de cliënt uitstapjes maken

7. Buurt betrekken

Vraag 2: Wat wil je?
Beleid

  • Voldoen aan de bouwstenen IGZ
  • Oplossing voor beweegvraag van de cliënt dus vraaggerichte oplossing
  • Bewegen meer integreren in de zorg

Randvoorwaarden

  • Hoe bewegen vergroten binnen de kleinschalige zorgverlening
  • Onderscheid in bewegingsvormen (sport en spel, functioneel, preventief, sporten in bijv.
    sportzaal/fitness) verduidelijken en mogelijkheden hiervoor creëren in de organisatie
  • Meer mogelijkheden binnen de organisatie hebben/creëren om cliënten meer te kunnen
    laten bewegen
  • Meer vastleggen in het zorgplan
  • Meer multidisciplinair overleg
  • Ergo/psycholoog en verzorgend team brengen in kaart wat de cliënt wel/niet kan en of dit
    nog aangeleerd kan worden of eventueel in deelstappen zelf uit kan voeren
  • Fysiotherapie binnen overleg structuur
  • Medewerkers onderkennen het belang van bewegen en geven hier uitvoering aan/
    omslag medewerkers ten aanzien van bewegen (scholen)
  • Functioneel bewegen in de ADL meer onder de aandacht brengen/scholen/ Meer inzicht
    bij medewerkers dat ADL/BDL ook bewegen is
  • Mantelzorgers meer betrekken/ Familieparticipatie i.c.m. bewegen
  • Mogelijkheden fysiotherapiezaal beter benutten (commercieel)

 

Vraag 3: Wat is nodig?
Cliënt

  • Familie betrekken/familieparticipatie

Medewerker

  • Kennis over mogelijkheden
  • Kennis m.b.t. inrichten tuin
  • Personele inzet
  • Vrijwilligers (bijv. voor een jeu de boule-club)
  • Scholing en ondersteuning van het personeel/ Medewerkers scholen en begeleiden in bewegingsgym
  • Bewustwording van bewegen is noodzaak

Samenwerken met afdelingen

  • Draagvlak
  • Organisatie
  • Ondersteuning vanuit de organisatie
  • Aanspreekpunt/verantwoordelijke bij een beweegvraag
  • Duidelijkheid over wie verantwoordelijk is
  • Meer inzetten op recreatief bewegen (gym)
  • Activiteitenaanbod opbouwen vanuit de vraag
  • Mogelijkheden bieden/ wat is er zoals als klein boekje makkelijk te gebruiken.
  • Faciliteiten uitbreiden op afdeling/FT zaal
  • Tijd: efficiënt versus beweegmoment
  • Borgen

Financiën

  • Financiële middelen/ middelen (realiseren tuin, actieve fiets)/ materialen en middelen aanwezig
  • Bouw + stimuleren tot bewegen

Activiteiten

  • Meer naar buiten (wandelen)
  • Jeu de boule
  • Activiteiten buiten: tuin/fiets

 

Aandachtspunten

  • Medewerkers van locatie Ravestein en afdeling Westerhof betrekken bij de ontwikkeling
    van bewegingsgerichte zorg bijvoorbeeld door deelname aan de werkgroep ‘Bewegen’.
    De situatie is namelijk op onderdelen per locatie verschillend.
  • Vragen aan cliënten betreffende bewegen opnemen in de ‘zorgleefplankaarten’.
  • In een multidisciplinair overleg op afdeling sparren over beweegmogelijkheden voor een
    individuele cliënt.
  • Aspecten die bewegen stimuleren zijn: muziek, activiteiten, foto’s, de omgeving.
  • Vanuit de werkgroep ‘bewegen’ kunnen adviezen worden gegeven aan andere
    werkgroepen binnen de projectstructuur.
  • Familieparticipatie wordt als belangrijk beschouwd.

 

Vervolg.
Stap 1: Concreter maken
Resultaten van de eerste bijeenkomst bespreken met collega’s en specifieker maken:
terugkoppeling naar werkgroep.
Resultaten voorleggen aan de afdelingen de Horst en Westerhof en hen om aanvullingen vragen.
In de werkgroep ‘Bewegen’.
Stap 2: Uitkomsten van vraag 3 specifieker maken.
Stap 3: Ontwikkelen van een plan van aanpak (op basis van de bouwstenen) en dit ter goedkeuring aanbieden aan de projectgroep.
Stap 4: Na goedkeuring het plan van aanpak uitvoeren.

Auteur: Diane van Empel Staf Stichting Zorgcentra Rivierenland