Stap 6 - Het opstellen van een overgangsregeling

De overgang naar nieuwe vormen van financiering kan ingrijpend zijn. Of het nu gaat om het omzetten van bestaande tarieven naar nieuwe tarieven, de verandering van subsidies of de introductie van nieuwe financieringsmogelijkheden: het betekent voor organisaties uit het werkveld (en burgers) dat er een verandering plaatsvindt die vraagt om een zorgvuldige overgang.

Een overgangsregeling is vaak nodig, uitgaande van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Uiteraard is het instellen van een overgangsregeling afhankelijk van de impact van de wijziging. In geval van een herindeling is de Wet arhi (Wet algemene regels herindeling) van kracht.

Een overgangsregeling zorgt ervoor dat verenigingen, organisaties en instellingen de tijd krijgen om toe te groeien naar de nieuwe situatie. Een dergelijke regeling richt zich vaak alleen op de negatieve gevolgen van het nieuwe systeem, zoals bij een verhoging van tarieven en een verlaging van subsidies.

Maar er zullen ook subsidieontvangers zijn die beter worden van het nieuwe beleid. Een andere berekening van de tarieven kan positief uitpakken of de subsidiebedragen kunnen simpelweg omhoog gaan. En andere organisaties zien bijvoorbeeld kansen in het nieuwe systeem.

Wat staat er in een overgangsregeling?

De overgangsregeling is vooral gericht op de financiële gevolgen, maar kan ook op andere zaken ingaan. Als bijvoorbeeld de uiterste datum van indiening van een subsidieaanvraag of het verzoek tot gebruik van sportaccommodaties verandert, kan het ook zinvol zijn hiervoor een overgangstermijn te hanteren. Het nieuwe beleid kan ook aanleiding zijn om regels strikter te hanteren. In het verleden zijn regels wellicht vervaagd of zijn er ongeschreven regels bijgekomen. Organisaties kunnen op die manier wennen aan de nieuwe regels.

Denk bij de overgangsregeling ook aan organisaties die voorheen niet voorkwamen in de financiering, zoals scholen of welzijnsorganisaties. In het nieuwe beleid kunnen keuzes zijn gemaakt die ertoe leiden dat er nieuwe organisaties aanspraak kunnen maken op subsidie of gebruik kunnen maken van andere financiële middelen.

Wat te doen bij calamiteiten?

Er kunnen verenigingen zijn die ondanks de overgangsregeling in de problemen komen en mogelijk in hun voortbestaan worden bedreigd. Soms is dat onvermijdelijk, zeker als de gemeente het principe hanteert dat een vereniging niet afhankelijk mag zijn van subsidie of lage tarieven.

In andere gevallen kan het wenselijk zijn om de vereniging een oplossing te bieden. Hiervoor kan een calamiteitenbudget beschikbaar worden gesteld. Voor zo’n calamiteitenbudget komt niet iedereen in aanmerking.

Als een vereniging aanspraak wil maken op het budget, moet zij inzage geven in haar financiële gegevens zodat de gemeente kan beoordelen of een bijdrage gerechtvaardigd is. Stel dat een sportvereniging in verhouding met andere verenigingen te weinig contributie vraagt aan haar leden en dat dit de reden is van de financiële problemen, dan krijgt de gemeente daar zicht op.

Maak in ieder geval altijd afspraken over de termijn waarop een vereniging weer op eigen benen kan staan. Stel ook de vraag of een vereniging wel levensvatbaar is als zij na de afgesproken periode nog niet zelfstandig verder kanen bekijk of er alternatieven zijn zoals een fusie.

 

Terug naar stap 5: keuzes maken Door naar stap 7: vaststellen van nieuwe financiering